De leerlingen van groep 7 van de Hilversumse Fabritiusschool kregen onlangs les van twee gelegenheidsleraren: Jeroen Hoencamp, CEO van VodafoneZiggo, en Mohamed Laghbili, Assistent Shop Manager bij Ziggo Amsterdam. Zij leerden de kinderen spelenderwijs hoe de digitale wereld er vroeger uit zag, hoe die zich razendsnel ontwikkelde en intussen het leven van iedereen beïnvloedt.
Jeroen toont de scholieren een voorwerp, waarvan ze moeten raden wat het is. Het ding is dun, plastic en vierkant. De kinderen hebben het nooit eerder gezien. 'Een sim-card?', vraagt de één. 'Een cassettebandje?', vraagt de ander. Het blijkt een floppydisk te zijn. 'Zeg maar de voorloper van de USB-stick', legt Jeroen uit. 'En kennen jullie deze?', wil Mohamed weten. Ja, dat voorwerp komt wel bekend voor. 'Een ouderwetse telefoon!' roept een jongetje. In zijn hand heeft Mohamed een Nokia GSM. 'Hier kon je alleen mee bellen en sms'en', vertelt hij. 'Snapchat en WhatsApp bestonden nog niet.' Het apparaat is onvergelijkbaar met de smartphones, waarover alle kinderen in de klas beschikken.
Balans tussen online en offline
Jeroen en Mohamed willen graag weten hoe de leerlingen omgaan met mobieltjes en computers. Houden zij de balans in de gaten tussen hun offline en online leven? Maken ze daarover afspraken met hun ouders? Dat laatste raakt duidelijk een snaar. Veel kinderen mogen hun telefoon niet gebruiken als ze met het gezin aan tafel zitten. 'Maar pappa zit dan zelf wél op zijn mobieltje!' klinkt het verontwaardigd. Jeroen en Mohamed vertellen dat het ook voor hen vaak moeilijk is om niet te vaak online te zijn. Afspraken maken met elkaar helpt om de juiste balans te vinden. Dat onderwerp komt dan ook uitgebreid aan bod in het vernieuwde Online Masters-programma dat binnenkort gelanceerd wordt.
Aan de hand van de 'Wat is waar?'-quiz gaan Jeroen en Mohamed dieper in op het digitale bestaan. Hoe ziet het leven van deze kinderen er straks uit? De quiz gaat onder meer over zelfrijdende auto's, slimme koelkasten, geprinte organen en augmented reality. Als vanzelf komt het gesprek op de mindere kanten van de online wereld, zoals privacy, online veiligheid, nepnieuws en cyberpesten. Daar gaan de vervolglessen verder op door.
Digitaal opvoeden
Het doel van het Online Masters-programma is kinderen bewust te maken van hun gedrag in de digitale samenleving en ze te leren hoe ze verantwoord omgaan met de online mogelijkheden. 'Een goed idee', vindt de juf van groep 7. Zij merkt dat de kinderen heel leergierig zijn als het gaat om digitale ontwikkelingen. 'Die gaan dan ook zó snel. Als ouders en leerkrachten heb je soms geen idee wat er nieuw is of waar de kinderen precies mee bezig zijn. Daarom is het zo belangrijk dat ze zich bewust zijn van de mogelijkheden en van de valkuilen. Ik denk dat het aanleren van digitale kennis een wezenlijk onderdeel van de opvoeding moet zijn.'
Veel scholen gingen inmiddels zelf aan de slag met het Online Masters-programma of kregen een VodafoneZiggo-medewerker op bezoek die een gastles verzorgde. Ruim 100.000 jongeren volgden de lessen al. In de Week van de Mediawijsheid, van 16 tot en met 23 november 2018, geven nog eens zo'n 400 collega's van Jeroen en Mohamed les aan groep 7 en 8 van het basisonderwijs en klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs.
Altijd up-to-date
VodafoneZiggo probeert de lesstof altijd zo up-to-date mogelijk te houden. Het lesprogramma kreeg bijvoorbeeld een extra onderdeel over privacy en persoonsgegevens, na de introductie van de nieuwe privacywetgeving in mei 2018.
• VodafoneZiggo pakt gebrek aan digitale vaardigheden in onderwijs aan